gewone knoop takeling

1

takeling van enkele gewone knopen
      0  1  2  3 


gewoneknooptakeling
 

De takeling is niet meer dan een serie gewone knopen die strak tegen elkaar worden gelegd.

Neem een dun touwtje van 1,50 à 2,00 m lengte. Maak hiermee in het midden een gewone knoop (A1), schuif die op het eind van het touw of op de plek waar je een rafelig eind straks af wilt snijden, en trek de knoop strak op het touw (A2).

De volgende knoop komt aan de achterkant (A3). De knopen worden steeds gelegd aan de kant van het lange deel van het touw, dat heet in vaktermen het "staande part". Dus niet naar het eind toe werken. Trek de tweede knoop ook strak aan en zorg dat deze mooi tegen de eerste aan komt te liggen (A4).


gewoneknooptakeling
 

Nu weer een knoop aan de voorkant (A5), strak trekken en daarbij tegen de vorige aan leggen (A6). Zo ga je steeds verder. De lengte van de takeling moet ten minste de dikte van het touw zijn (A7), maar 1,5 x de dikte is beter.


gewoneknooptakeling
 

De afwerking is ook niet ingewikkeld, het wordt gewoon een platte knoop (A8) die je ook strak aantrekt (A9).

Deze platte knoop wil echter nog wel eens los gaan. Om dat te voorkomen moet je de eindjes door de tieren van het touw steken, om een kardeel heen leggen (A10) en dan dicht tegen de takeling aan schuiven (A11).

Je bent nu twee vaktermen tegen gekomen.
Zo'n ribbel in het touw is een kardeel. Meestal bestaat geslagen touw uit drie of vier kardelen. De naad tussen twee kardelen is een tier.


gewoneknooptakeling
 

Met een tweede platte knoop zet je de eindjes vast op het kardeel (A12).

Tot slot steek je de twee eindjes weer door de tieren, maar nu laat je ze er aan de achterkant uitkomen en worden ze kort op het touw afgesneden (A13 en A14).


gewoneknooptakeling
 

Die eindjes zijn nu goed opgeborgen en het duurt wel even voor ze weer eens los komen.

© theo
 
/\ top