breiwerk met touw

3

meerderen en minderen

    0  1  2  3  4  5 


meerderen en minderen
 

Voor het bekleden van vormen, anders dan een cilinder, zal het nodig zijn met het breiwerk ruimer en krapper te maken. Op deze kurk is het breiwerk bovenop met een kleine ring begonnen die steeds ruimer is gemaakt. Bij de rand gekomen wordt het aantal steken niet meer veranderd. Bij de onderkant gekomen wordt het breiwerk weer krapper. Het resultaat is dat de hele kurk is bekleed.

Ook dit is heel eenvoudig uit te voeren.



meerderen
 

Steek het touw niet één keer door de volgende bocht, maar doe dat twee keer. Er is nu een lusje bij gekomen. Als je dat bij alle bochten doet verdubbelt het aantal lusjes en wordt het breiwerk snel ruimer. Moet het wat minder snel ruimer worden, doe het dan om en om of met een andere regelmaat.



minderen
 

Moet het breiwerk krapper worden, dan moet je bochten overslaan.



meerderen
 

Bovenop de kurk is begonnen met een klein ringetje en negen steken. In de volgende ronde zijn de steken verdubbeld



minderen
 



Om het breiwerk aan de onderkant van de kurk dicht te krijgen wordt er steeds geminderd.



meerderen
 



Hier een detail van een ander werkstuk. De rode stip geeft aan waar twee steken op een bocht zijn gezet. Je ziet hier (van rechts naar links) tussen twee ribbels een nieuwe ribbel ontstaan. Overigens het zelfde beeld ontstaat (van links naar rechts) bij een mindering van een steek.





te open
 



Hier zie je een detail van een breiwerk waar te weinig steken zijn gemaakt. Het breiwerk is te open en een niet mooi stuk in de rest van het werk. Als je echter te veel steken hebt krijg je wel een dicht breiwerk, maar hangt het als een slappe vaatdoek. Het maken van het juiste aantal steken voor mooi strak werk is het vakmanschap dat je alleen door ervaring op te doen kunt leren.

© theo

 
/\ top      www.knoopenzo.nl