touw en tegenslag
touwslaan

2

een draaihaak maken

0  1  2  3  4  5 


draaihaak
 



Om met een groep kinderen (of ouderen) touw te maken, en er voor te zorgen dat ieder daarbij wat te doen heeft, is een aantal draaihaken nodig. Minimaal is een set van vier draaihaken nodig, maar het advies is om direct sets van acht haken te maken, om ook met grotere groepen dikker touw te kunnen maken.

wilgentakken  



De draaihaak die op deze pagina is beschreven is gemaakt van:
- stukken takken van een knotwilg;
- fietsspaak met nippel, 306 mm, dik 2,3 mm (is maat 13G);
- volgringetje.
Wilgenhout is makkelijk te bewerken, maar uiteraard kan ook anderhout gebruikt worden.

gereedschap  

Op deze foto een indicatie van het gebruikte gereedschap.
- duimstok;
- vijl;
- waterpomptang;
- ronde punttang;
- draadknipang;
- boormachine;
- boortje 6 mm;
- verzinkboor;
- spaaksleutel;
Daarbij ook nog een bankschroef.

stukken wilgenhuot  

Haal uit een tak, met een dikte van 25 à 30 mm, stukken van 11 cm voor de grote handvatten. Uit een tak met dikte van circa 20 mm stukken van 4 cm voor de kleine handvatten. Na het zagen de randen met de vijl (of mes) schuinafwerken. Eventueel de bast van het hout halen.

gat boren  

Boor een gat van 6 mm door het zachte hart van het hout.

aan twee kante inboren  

Boor het gat tot iets voorbij de helft van het hout en boor daarna aan de andere kant ook tot voorbij de helft van het hout. Aan twee kanten boren is nodig omdat het boortje te kort is, maar ook om er voor te zorgen dat het gat aan beide kanten uit het hart van het hout komt. Blaas het gat schoon en controleer of je er dan doorheen kunt kijken.

kleine handvat  

Boor door het kleine handvat ook een gat van 6mm. Hierbij zal het boortje lang genoeg zijn om het gat in één keer te boren.

soevereinboor  

Eén kant van het gat van het kleine handvat wordt met een verzinkboor vergroot.

Het houtwerk is nu klaar. Ga verder met het werk aan de spaak.

vastzetten spaaknippel  


Het is nodig dat de spaaknippel niet meer los kan draaien.
1 draai de nippel zo ver mogelijk op de spaak;







2 knijp het eind van de schroefdraad van de spaak plat in een bankschroef;







3 draai de nippel weer terug tot deze vastloopt in het platte stukje schroefdraad.

spaak  

Aan de andere kant van de spaak wordt de haak afgeknipt. Dit eind met de vijl mooi glad afronden.

kleine handvat  

Steek de spaak zo diep mogelijk in het kleine handvat.

 

De spaak zo dicht mogelijk bij het handvat ombuigen.

4 cm  

Pak de spaak op 4 cm uit de as van het handvat in de ronde punttang.

 

Houd de punttang goed stevig vast en buig met de andere hand de spaak om de bek van de tang. Met de waterpomptang de bocht nog wat dicht knijpen om de haakse hoek goed te krijgen.

hoek met ring  

Dit is dan het resultaat als het buigen in de goede richting is gedaan.
Schuif een volgring over de spaak.

 

Steek de spaak nu door het grote handvat.
Het eind moet er minstens 6 cm uit steken. Als dat korter is kun je het oog aan de andere kant mogelijk nog wat kleiner drukken. Een andere optie is het handvat iets in te korten of bij de volgende stap het haakje korter maken.

punt ombuigen  

Met het kleine handvat omlaag buig je het eind van de spaak iets op. Met deze kleine aanpassing is het straks makkelijker om het touw op de haak te zetten.

 

Zet de rondepunttang op 2 cm van het eind op de spaak.

 

Draai nu met de punttang de haak in het eind van de spaak.

Met een stippellijn is de draaias van de haak aangegeven. Deze gaat nog niet door het midden van de haak.

draaihaak  

Buig de haak iets naar beneden, waardoor de ronding van de haak wel in de lijn van de as ligt. Hierdoor komt het touw straks ook in het verlengde van de as en zal het niet slingeren bij het draaien.

Het is een heel verhaal, maar nu ken je wel alle kneepjes van het vak!

© theo

 
/\ top      www.knoopenzo.nl