achtensjorring

3

tweepoot

0  1  2  3  4  5  6 


 



De tweepoot. Merk op dat het overblijvende touw niet wordt afgeknipt, maar opgeschoten naast de sjorrig hangt.



 



Om de sjorring te kunnen maken is wat ruimte modig. De palen worden daartoe op een dwarshout gelegd.

Om voldoende ruimte tussen de palen te houden wordt er een blokje tussen gelegd.

In dit voorbeeld is de beginknoop de mastworp. Merk op dat het touw vanuit de bovenkant van de knoop, schuin naar beneden gaat naar de onderkant van de andere paal.



 



 



 



De eerste acht is gemaakt. Voor de volgende slag wordt het korte eindje van de mastworp onder het touw gehouden.



 



De tweede acht is gemaakt.



 



Voor de volgende slag wordt weer het korte eindje van de mastworp onder het touw gehouden.



 



Totaal wordt er 4x een acht gemaakt.

Maak je meer slagen, dan ontstaat er een soort strook van touw, waardoor er geen beweging meer mogelijk is, zonder het touw te beschadigen.



 



De achtvormige slagen liggen los om de palen. De klemmende werking moet worden gecreëerd door een heel strakke woeling, waarbij het touw tussen de palen wordt samen gekepen en de breedte tussen de palen met de woeling wordt opgevuld.



 



 



 



 



 



 



 



 



 



Eindig de woeling met een halve steek.
Let op de richting van het eind van de woeling.



 



Goed aantrekken.



 



Daarop komt nog een halve steek.



 



Weer goed aantrekken. Bekijk deze twee hanve steken en je ziet de mastworp.



 



Het restant van het touw opschieten.



 



De beweging bijft mogelijk.

© theo

 
/\ top      www.knoopenzo.nl