Zoete-liefjes-ring

2

ring met enkelvoudige knopen

0  1  2  3  4  5  6  7 


 

Op deze pagina een uitvoerige uitleg van een ring met enkelvoudige knopen. Daarmee heb je het principe te pakken voor andere varianten.

Nodig 30 cm (para)koord.
Daarvan is 20 cm voor de ring en voor het knopen 2x 10 cm.

Leg het koord in de vorm van een ring.

LET OP: Als je de zoete-liefjes-ring aan een sleutel, sleutelring of iets anders wil vast maken moet je het koord daar eerst doorhalen!

 

Maak met het rechter eind een gewone knoop om het linker deel van de ring. Het eind aan de knoop wijst naar links.

 

Trek de knoop stevig aan.

 

Maak met het andere eind een zelfde knoop, maar in de andere richting. Het eind van deze knoop wijst dus naar rechts. Trek ook deze knoop strak aan.

 

Trek de twee ´liefjes´ tegen elkaar aan.

 

De twee knopen liggen tegen alkaar.

 

Om de twee eindjes van het koord makkelijk door de mantel van de ring te trekken worden ze voorzien van een tapstoelopende punt van plakband.

Draai het koord strak in het plakband en laat het taps uitlopen.

 

Steek de doorhaler op de helft van de ring in de mantel.

 

Doe dat in de ruimte tussen vier kruisende draden.

 

Laat de doorhaler dicht bij de knoop weer uit de mantel komen. De mantel is nu opgestroopt en heeft veel ruimte.

 

Steek het plakbandje in de doorhaler.

 

Trek de doorhaler iets aan, zodat het dubbelgevouwen plakbandje tegen de mantel ligt.

 

Zoals vermeld zit er veel ruimte in de mantel. Als je de doorhaler gewoon doortrekt zal het plakbandje omklappen en los van de doorhaler komen. Omdat te voorkomen klem je de mantel tussen duim en wijsvinger plat op plek waar het plakbandje en het eind van de doorhaler zit. Doorhaler iets aantrekken en dan opnieuw vast pakken. Dit herhalen tot het plakbandje helemaal uit de mantel is getrokken.

 

Plakbandje en eind van de doorgestoken mantel komen naar buiten.

 

Pak het doorgestoken eind vast en stroop de buitenmantel op. Goed aantrekken, zodat ook het begin van de doorsteek geheel in de mantel valt.

 

Trek het plakbandje er af. Rek de buitenmantel weer uit. Het eind van de doorgestoken mantel zal nu in de buitenmantel verdwijnen.

 

Bij A is de doorhaler in de buitenmantel gestoken en bij B zit het eind van de doorgestoken mantel.

Valt het eind niet weg in de buitenmantel, dan is het eind te lang of de doorhaler te dicht bij de knoop ingestoken. Stroop de buitenmantel dan iets op en knip een stuk van de doorgestoken mantel af.

 

Steek de doorhaler weer in de buitenmantel om het andere eind er door te trekken.

 

Ook nu weer vlak bij de knoop naar buiten, om het plakbandje er in te steken en de doorhaler terug trekken.

 

Dit is dan het resultaat.

© theo

 
/\ top      www.knoopenzo.nl