knoop een knoop
valreepknoop-knoop

6

afwerking valreepknoop

De vier eindjes worden nu weggewerkt door ze door de knoop heen naar het oogje te trekken.

Kijk tegen de onderkant.
Steek de doorhaler in bij het oogje.

Draai de knoop iets naar je toe zodat je schuin tegen de bovenkant kijkt.
Laat de doorhaler er uit komen daar waar het rode eind uitkomt.

Leg het eind van rood in de doorhaler en trek deze dan terug.

Het rode eind komt bij het oogje naar buiten.
Aantrekken en dan het zelfde doen met de andere drie eindjes.

Als alle vier de eindjes er bij het oogje uit komen ziet het er zo uit.

Het geheel zit nu nog losjes in elkaar. Om er een stevige knoop van te maken moeten alle bochten wat worden aangetrokken. Dit begint per koord bij de eerste bocht die is gemaakt en dan alle volgende bochten. Dus je volgt de hele knoop nogmaals zoals deze is gemaakt. Dat is per koord vijf bochten, is totaal 20 bochten. Bij dit werkje is het gebruik van een marlprien of een breinaald handig.

Trek met het gele koord het oogje goed naar buiten en knip de eindjes kort op de knoop af.

Het gele hulptouwje kan er nu af en bij een volgende knoop worden gebruikt.

En dit is dan het resultaat, de valreepknoop-knoop.

Oefen het nog een keer en daarna heb je waarschijnlijk aan de korte handleiding voldoende.

© theo